Boontjes: ken jij al deze soorten?
Een boontje voor...
Ook zo dol op boontjes? Of je nu het liefst prinsessenboontjes eet of toch meer fan bent van boterbonen: met deze groene rakkers geef je deze zomer elk bord een flinke portie pit, kleur en crunch.
Doe het zelf!
Bonen zijn er in alle soorten en maten: sommige zijn fijn en knapperig, andere romig en zacht. Zo haal je het beste uit de bonentijd.
- Kies bonen die fris en stevig aanvoelen. De peulen moeten knapperig en helder groen zijn, vermijd bonen met bruine vlekjes of slappe uiteinden. Je herkent verse boontjes als ze breken wanneer je ze doormidden buigt.
- Bewaar ze in de groentelade, het liefst in een vochtige doek of papieren zak.
- Kook of stoom ze kort: zo blijven ze lekker beetgaar én mooi groen.
Ontdek de familie
Bonen, erwten en peultjes behoren tot de vlinderbloemigen. Terwijl erwten en peulen gerust wat nachtvorst kunnen verdragen en daardoor al in het voorjaar hun opwachting maken, moeten we voor prinsessenbonen wachten tot de zomer écht losbarst. Door hun gevoeligheid aan kou zijn deze pas op hun best van juli tot oktober. Wist je trouwens dat bonen niet alleen lekker zijn, maar ook boordevol plantaardige eiwitten, vezels, ijzer en foliumzuur zitten? Pure energie op je bord!
Peultjes: fris en knapperig
Sluimerwten, zoals ze ook heten, zijn jonge peulen waarvan de piepkleine erwtjes nauwelijks ontwikkeld zijn. Kort roerbakken of stomen is genoeg om hun frisgroene crunch te bewaren. Ze passen perfect in Aziatische wokgerechten met sojasaus, gember en sesamolie. Liever iets meer bite? Dan zijn sugar snaps – hun vollere broertjes – jouw ding.
Doperwten: klein en zoet
Binnen in de peulen groeien, heel geduldig, doperwtjes uit tot bolle, zoete smaakbommetjes. Eenmaal volgroeid zijn de peulen niet meer eetbaar, maar de erwtjes des te meer. Ze zijn vers slechts kort beschikbaar: in juni en juli. Daarna haal je ze gewoon uit de diepvries, ook lekker… en makkelijk!
Prinsessenbonen: slank en veelzijdig
Prinsessen-, sperzie- of slabonen zijn de populairste bonen. Dun, groen en heerlijk zomers. Van dikke spekbonen tot dunne naaldbonen: er zijn soorten voor elke smaak. Verwerk ze in salades met tomaat en feta, wok ze met knoflook en sojasaus of serveer ze klassiek met spek errond. Of schuif ze eens op de bakplaat in de oven voor een verrassende twist!
Boterbonen: zacht van smaak
Boterbonen, ook wel wasbonen genoemd, vallen op door hun mooie gele kleur. Hun smaak is mild en romig, hun textuur lekker zacht. Heerlijk in een aardappelsalade met yoghurtdressing of met veel kruiden en een kneepje citroen.
Snijbonen: terug van weggeweest
Deze lange, brede bonen hebben een subtiel zoete smaak. Misschien draaide je als kind ook wel aan het bonenmolentje om ze in fijne reepjes te snijden? Maak er een lauwwarme salade van met jonge aardappeltjes, dille en yoghurtmayonaise of stoof ze met tomaat en knoflook.
Tuinbonen: nootachtig en stevig
Tuinbonen groeien in donzige peulen en worden klassiek dubbel gedopt: eerst haal je ze uit de peul, dan kook je ze kort, om tot slot het taaie velletje eraf te halen. Wat overblijft zijn heerlijke boontjes met een nootachtige smaak. Perfect in een mediterrane salade met munt en parmezaan of gestoofd met spekjes en knoflook.
Ken je bonenkruid al?
Wil je bonen een extra vleugje frisheid en pit meegeven? Dan is bonenkruid wat je nodig hebt! Strooi wat over je salade of stoofpotje en geef je gerecht meteen een kruidige, peperige lift.
De lekkerste recepten met boontjes
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
