Zo wordt je appeltaart niet té sappig
Zónder wakke bodem
Appeltaart is op z'n lekkerst als de bodem en de rest van het deeg lekker knapperig gebakken zijn. Niet simpel, met waterachtig fruit zoals appels. Geen zorgen: met onze gouden tip bak je keer op keer de perfect krokante appeltaart.
Het is je vast al eens overkomen: de appeltaart waar je zo naar had uitgekeken die maar slapjes uit de oven komt. De oorzaak? Het vocht dat uit de appels getrokken wordt (geen wonder als je weet dat een appel voor zo'n 80 procent uit water bestaat).
Red je appeltaart! Soms kun je dat verhelpen met wat zetmeel, maar als je er nét te veel van gebruikt, wordt je vulling een pak minder smaakvol en krijgt ze een vreemde textuur. Deze techniek kost wat meer tijd, maar als je 't resultaat geproefd hebt, wil je 'm nooit meer anders. Wedden? Zo pak je 't aan:
- Snij de appels in blokjes of schijfjes.
- Meng de rest van de vulling met de appels.
- Laat de mengeling een halfuur rusten op kamertemperatuur.
- Giet de mengeling over in een vergiet en laat opnieuw een halfuur rusten. (Bewaar ondertussen al het sap!)
- Kook het sap zo'n twee minuutjes in tot het een siroop wordt.
- Meng de afgekoelde siroop met de appelmengeling en vul de taartbodem. Bak zoals normaal.
- Smakelijk!
Hoe het precies werkt? De suiker in de appeltaartmengeling onttrekt vocht aan de appels. Dat vocht tover jij om tot verrukkelijke siroop die niet in taartbodems trekt. Zo simpel is het!
Test het eens uit met deze recepten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!