Wanneer moeten de champignons en gehaktballetjes bij mijn vol-au-vent?
Van begin tot einde!
De perfecte vol-au-vent staat of valt met de juiste timing. Want geef toe: droge balletjes of slappe champignons zijn een klein drama op je bord. Dus: wanneer voeg je die champignons en gehaktballetjes nu het best toe aan je vol-au-vent? Wij leggen het haarfijn uit.
De gehaktballetjes: eerst garen, dan pas mengen
De balletjes in vol-au-vent zijn klein, zacht en vol smaak. Je maakt ze meestal van gemengd gehakt.
Zo doe je dat:
- Rol je balletjes vooraf, ongeveer ter grootte van een knikker.
- Laat ze zachtjes garen in de bouillon die je ook voor je kip gebruikt, zo krijgen ze extra smaak én blijven ze sappig.
- Zijn ze gaar? Schep ze uit de bouillon en hou ze apart.
- Voeg ze pas op het einde toe aan de saus, nét voor het serveren. Zo blijven ze mooi heel en zacht.
De champignons: apart bakken voor extra smaak
Champignons en vol-au-vent zijn een zalige combo, maar als je ze rauw mee in de saus gooit, verliezen ze al hun bite en worden ze waterig. Niet doen dus!
Beter plan:
- Maak de champignons schoon en snijd ze in plakjes of kwartjes.
- Bak ze kort aan in een beetje boter tot ze mooi goudbruin zijn.
- Kruid ze licht met peper, zout en eventueel een beetje citroensap of peterselie.
- Voeg ze samen met de balletjes toe op het einde, of serveer ze apart, zodat iedereen zelf kan doseren.
Waarom op het einde?
Simpel: zowel de balletjes als de champignons zijn al gaar. Je hoeft ze enkel nog op te warmen in de saus. Als je ze te lang laat meekoken, loop je het risico dat ze uit elkaar vallen of te slap worden. En dat zou zonde zijn van al dat lekkers!
Wil je dat je vol-au-vent niet alleen heerlijk smaakt, maar er ook mooi uitziet? Voeg je champignons en gehaktballetjes op het einde toe. Zo blijven ze sappig, stevig en perfect van textuur.
Aan de slag met de lekkerste recepten
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
