Hoe maak je een pannenkoekenbeslag zonder klontertjes?
Scheer je weg, klontertjes!
Er zijn weinig dingen die zo gezellig ruiken als versgebakken pannenkoeken. Maar terwijl jij enthousiast het beslag staat te kloppen, duiken ze op… klontertjes!
Klontertjes in je pannenkoekenbeslag zijn gelukkig geen al te grote ramp, want zelfs mét klonters smaken pannenkoeken nog altijd heerlijk. Toch oogt een mooi glad beslag net wat mooier, bakt het gelijkmatiger en voelt het gewoon fijner. Gelukkig is pannenkoekenbeslag zonder klontertjes maken helemaal niet moeilijk.
Ze ontstaan sneller dan je denkt
Klontertjes vormen zich wanneer bloem niet meteen goed mengt met de vloeistof. Een kleine fout in volgorde of te snel kloppen en daar zitten ze. Geen zorgen: zelfs de beste pannenkoekenbakkers hebben het weleens meegemaakt. Het geheim zit 'm in de juiste volgorde.
Pannenkoekenbeslag zonder klontertjes
Begin allereerst met de droge ingrediënten: meng de bloem en de suiker in een kom. Maak in het midden een kuiltje en breek daar de eieren in. Giet vervolgens ongeveer de helft van de melk erbij en klop met een garde tot je een glad, dik beslag hebt.
Zodra de klonters verdwenen zijn, giet je de rest van de melk erbij. Zo maak je het beslag lichter en mooi vloeiblaar, exact wat je nodig hebt voor luchtige pannenkoeken.
Kleine extra's die helpen
- Zeef je bloem voor je begint, dat voorkomt al een groot deel van de klonters.
 - Gebruik een garde of mixer, maar klop niet te lang: te veel lucht maakt je pannenkoeken taai.
 - Laat het beslag een halfuurtje rusten voor je begint te bakken. Zo krijgt de bloem de tijd om het vocht op te nemen en wordt alles nog gladder.
 
Bakken maar!
Ga aan de slag met onze beste recepten voor de lekkerste pannenkoeken.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!