Schelpjes: lekkers uit de zee
Ken je deze soorten al?
Schelpjes of schelpdieren komen in alle maten en vormen. In tegenstelling tot schaaldieren, zoals kreeft, hebben ze geen pantser, maar wonen ze in een harde schelp. Ken je deze soorten al? Met onze tips maak je ze makkelijk thuis klaar.
Kokkels: zalig zilt
Kokkels mogen dan wel minder bekend zijn dan hun populaire vongole-broertjes, ze zijn heel fijn van smaak. Slechts een klein deel van de kokkels uit de Noordzee is bestemd voor de lokale markt. Het grootste deel wordt uitgevoerd naar Spanje, waar ze in blikjes en bokalen tot berberechos verwerkt worden. Kokkels worden niet gekweekt, maar met de hand gevist, waardoor ze duurder zijn dan bijvoorbeeld mosselen. Omdat in België de kokkelvisserij verboden is, zijn ze minder makkelijk verkrijgbaar. Als je ze op je bord krijgt, geniet dan van de zilte, zoetige smaak van het elegantste schelpje uit de zee.
Vongole: zo verfijnd
De naam alleen al doet je dromen van Italiaanse avonden vol vriendschap en lekker eten. Vongole worden ook wel geruite tapijtschelpen of venusschelpen genoemd, in Frankrijk vind je ze onder de naam palourdes. Ze zijn niet goedkoop, maar hun zachte vlees smaakt zalig zoet. Deze schelpen komen helemaal tot hun recht in een pasta met knoflook, rode chilipeper, witte wijn en peterselie.
Amandelschelpen: mooi en groot
Amandelschelpen of amandes komen bijna overal voor: in de Atlantische Oceaan, in de Noordzee en in de Middellandse Zee. Deze mooie, grote schelpen kleuren roomwit met roodbruine zigzaglijnen en hebben stevig vruchtvlees. Daardoor passen ze perfect in een vissoep of op een zeevruchtenschotel. Je kunt ze ook rauw eten met wat citroen, net zoals oesters.
Wulken: bomvol smaak
Stevig, maar niet taai: zo moet een wulk smaken. Deze grote beestjes worden hier ook wel noordzeeslakken of wulloks genoemd, in Frankrijk heten ze bulots en aan kraampjes vind je ze onder de volkse naam karakollen. Ze worden gekookt in een lekkere bouillon en zijn perfect als budgetvriendelijk aperitiefhapje en afgekoeld onmisbaar op een zeevruchtenschotel.
Kreukels: klein maar fijn
Kreukels of alikruiken groeien zowel in de Noordzee als in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Deze piepkleine slakjes haal je in één beweging met een kopspeldje uit hun huisje en zijn dankzij hun zilte, nootachtige smaak heerlijk bij het aperitief. Je koopt ze meestal al gekookt, maar als je ze toch zelf zou koken, doe het dan in een flink gepeperde court-bouillon.
Sint-jakobsvruchten: lekker delicaat
Deze prachtige schelpen omhullen een verrukkelijke inhoud. Het oranje gedeelte, de kuit of corail, wordt vaak weggegooid, al is ook dat lekker. Maar het is vooral voor het prachtige witte nootje dat we voor sint-jakobsvruchten kiezen. Met deze zoete delicatesse kun je veel kanten uit: je kunt ze stomen, grillen of rauw eten als ceviche of carpaccio. Deze schelpen worden vooral in de Atlantische Oceaan gevist. Ze komen ook in de Noordzee voor, maar minder aan onze kust.
Scheermessen: verrassend vlezig
Deze lange, ranke schelpen worden ook wel messchedes of tafelmesheften genoemd. Ze bevatten veel vlees en zijn populair als voorgerecht, gestoomd of gebakken op de barbecue. Zorg dat je ze stevig gebundeld met een elastiekje in de koelkast bewaart, want ze durven uit hun schelp te 'kruipen'. Scheermessen komen voor in de Noordzee, maar zijn aan onze kust veeleer zeldzaam. Wist je dat de scheermessen die je eet, soms wel tien jaar oud zijn?
Mosselen: dé favoriet
De Belg heeft het zwarte goud diep in zijn hart gesloten. We eten mosselen graag, heel vaak eenvoudig klaargemaakt met mosselgroenten en een portie frietjes erbij. Moules marinières, met knoflook, boter, witte wijn en peterselie, heb je misschien ook al in Frankijk gegeten. En ken je moules à la normande? Die worden gemaakt met cider en volle room. Als je mosselen dan weer rauw eet, heten ze moules parquées.
Onze tips om schelpjes klaar te maken
- Voor alle zeeschelpen geldt: koop en verwerk ze zo vers mogelijk. Ze moeten fris en lichtjes zilt ruiken, naar zee en niet naar vis.
- Gooi niet alle schelpen weg die er wat gek uitzien, enkel de dode exemplaren haal je eruit. Staat een schelp open, tik er dan even op om te zien of die zich weer sluit. Gaat ze niet toe, gooi ze dan weg.
- Spoel de schelpen voor gebruik enkele keren goed in koud water om het zand te verwijderen.
- Stoom schelpjes kort, anders worden ze rubberachtig. Doe dat in een grote pan met eventueel wat ui, knoflook en fijngesneden groenten en werk ze af met peterselie. Voor een oosterse toets kun je er wat gember, citroengras en koriander aan toevoegen. Maar laat vooral de subtiele smaak van de schelpen voor zich spreken.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!