Groenten op de barbecue: zo doe je dat!
Van bloemkool tot venkel
Groenten spelen niet langer de tweede viool. In restaurants worden ze respectvol benaderd als edele ingrediënten die –mits de juiste benadering- kunnen transformeren tot nooit geziene smaakbommen. Een geweldig hulpmiddel daarbij is de barbecue of houtoven. Wij zijn vooral fan van (bloem)kool, aubergines, paprika’s en venkel.
De grote patsers
Grote, indrukwekkende groenten als bloemkool, savooikool of knolselder lijken wel geschapen om in hun geheel gepresenteerd te worden. Een beetje zoals het zondags gebraad: met een smaakvol korstje, een heerlijk malse textuur en een bedwelmend lekker aroma.
Daarvoor moet je deze knallers zeker niet eerst koken, want dan verliezen ze meteen de helft van hun smaak. Het belangrijkste ingrediënt is tijd. Grote groenten laten zich niet opjagen, je moet ze op matig vuur rustig door en door gaar laten worden. Dat lukt het best als je de groente eerst goed insmeert met boter of olijfolie en daarna in een gietijzeren pot tussen de hete kolen zet.
Bij savooikool en knolselder maakt het zelfs niet uit of de buitenkant een beetje verbrandt, want die snij je dan gewoon weg. Wat overblijft, is de botermalse kern waar al je gasten voor zullen vechten. Kleine knolgroenten als rode of gele biet en aardpeer kun je trouwens op net dezelfde manier bereiden. De bereidingstijd is natuurlijk wel een stuk korter. Verpak ze best ook eerst in aluminiumfolie.
Aubergines
Een beetje mysterieus met die glanzende, bijna zwarte schil: de meest veelzijdige groente is de aubergine. Verkeerd klaargemaakt, is het een afschuwelijke, smaakloze spons waar je niemand een plezier mee doet. Maar leg hem in zijn geheel boven de likkende vlammen, laat de schil roekeloos zwart blakeren en wacht geduldig tot de stevige aubergine een zacht kussentje wordt.
Snij de aubergine open en aanschouw het fluwelen vruchtvlees: niet langer rubberachtig en wak, maar een diep aromatische, rokerige delicatesse. Meng met een beetje yoghurt, komijn, zout en peper. Et voilà: babaganoush, de hipste dip van het moment, ligt te blinken op uw bord.
Paprika’s
Een veelgehoorde klacht over paprika’s is dat de schil onverteerbaar is. Dat los je op door ze in hun geheel, ongeschild, boven de gloeiende kolen te roosteren. Draai ze rond en rond en rond, totdat de schillen zwart zijn.
Haal de gare paprika’s vervolgens van de barbecue en laat ze afkoelen in een afgesloten, plastic zak. Na een half uur kun je de zwarte vellen probleemloos verwijderen en verwerk je de gegrilde paprika’s –die nu veel zoeter smaken- in een slaatje. Doe hetzelfde met puntpaprika’s en vul ze bijvoorbeeld op met een mengsel van feta, fijngesneden zwarte olijven en verse oregano. Hoor je het applaus al?
Venkel
Deze op-en-top zomerse groente met de frisse anijssmaak, is een tough cookie. Het duurt altijd veel langer dan verwacht voordat deze mooie knol beetgaar is. Een ideale methode is dan ook een bereiding in papillot. Snij de venkel in zeer fijne plakjes en bedruppel met olijfolie en een beetje witte wijn.
Leg op een dubbel vel aluminiumfolie en voeg eventueel wat verse tijm en kerstomaatjes toe. Vouw dicht en laat rustig garen op de barbecue. Geef er een moot gegrilde zalm bij en we dansen.