Mini-tarte tatins
bereiding
-
1
Zeef de bloem met het zout. Doe er de boter, de suiker, het ei, het vanille-extract en de kaneel bij. Bewerk met je vingertoppen tot een kruimelig deeg. Maak er een bol van en leg die 1 uur in de koelkast.
-
2
Verwarm de oven voor op 220°C. Schil de appelen, snij ze in kwarten en verwijder het klokhuis. Besprenkel de partjes meteen met citroensap om verkleuring te voorkomen.
-
3
Verdeel de gesmolten boter over 4 kleine taartvormpjes van 10 cm diameter. Strooi er de suiker over. Schik de appelpartjes met de bolle kant naar boven (!) in de vorm. Zet de taartjes 15 minuten in de oven tot ze licht karamelliseren.
-
4
Bestrooi een werkvlak met bloem. Snij het deeg in 4 gelijke stukken en rol die uit tot 4 lapjes die iets groter zijn dan de vormpjes. Haal de taartjes uit de oven. Draai de partjes met een vork om zodat ze met de bolle kant naar beneden komen te liggen.
-
5
Rol het deeg rond de deegrol om het op te tillen en leg de lapjes als een dekentje over de appels. Druk de rand van het deeg goed aan rond de appelpartjes, tot op de bodem. Pas op: de vormpjes zijn zeer heet. Prik met een vork een paar gaatjes in het deeg. Bak de taartjes nog 20 à 25 minuten in de oven. Verlaag na 15 minuten de temperatuur naar 180°C.
-
6
Laat de taartjes een paar minuten afkoelen in de vorm. Steek zo nodig rondom met een mesje de rand los. Leg een plat bord op de vorm en keer de vorm in één beweging voorzichtig om. Verwijder de vorm. De gekaramelliseerde appelen liggen nu bovenaan. Laat de taartjes afkoelen tot lauw. Lekker met een bolletje ijs en wat karamelsaus!