Bakken

Het bakken in de pan is een korte techniek die geschikt is voor bijvoorbeeld malse porties vlees, vis, gevogelte, groenten en aardappels. Tijdens het bakken krijgt het voedingsmiddel een smakelijk en krokant bruin korstje.

Braden

Braden is de bereidingstechniek waarbij vlees, gevogelte, wild, maar ook aardappelen, vis en schaaldieren een juiste gaarheid en een krokante baklaag krijgt. Je kan voedingsmiddelen zowel in de oven als aan het spit braden.

Braden in de oven: het product wordt eerst een korte tijd gebakken in de pan, zodat het snel dichtschroeit. Daarna wordt het in een voorverwarmde oven verder gegaard. De temperatuur is afhankelijk van de grootte van het product.

Braden aan het spit: hierbij wordt gebruikt gemaakt van de stralingswarmte van een open vuur of een warmte-element. Braden aan het spit wordt toegepast bij gevogelte, bij wit vlees en bij enkele stukken wild. Het vlees wordt aan het spit dichtgeschroeid, door het dicht bij de warmtebron te plaatsen of het warmte-element op een hoge stand te zetten. Na het dichtschroeien verlaag je de temperatuur (tot 150-250°C) of plaats je het product verder van het warmte-element.

Het braadvocht moet worden opgevangen, zodat het gebruikt kan worden om het product regelmatig te bedruipen.

Frituren

Bij het frituren gaar je een product van binnen en geef je het een krokant korstje aan de buitenkant. De temperatuur bij het frituren is bijna twee keer zo hoog als bij het koken.

Grillen

Door de stralingshitte wordt het voedingsmiddel gaar. Dit is de ideale manier van koken wanneer je op dieet bent, want je kan zonder vet grillen.

Koken

Koken is het in een vloeistof gaar laten worden van een voedingsmiddel bij kooktemperatuur. Meest voorkomende producten die gekookt kunnen worden zijn aardappelen, rijst, pasta, groenten, vlees en vis. Er wordt meestal gekookt in water, maar ook in melk en wijn is het mogelijk.

Pocheren

Koken doen we bij een kooktemperatuur van 100°C, pocheren gebeurt op een temperatuur van ongeveer 80°C. Doordat de vloeistof niet gaat koken, blijven ook de ingrediënten heel. Een techniek die vooral geschikt is bij het klaarmaken van vis en eieren.

Roerbakken/wokken

Een razendsnelle en gezonde manier om gerechten klaar te maken. Wokken doe je best in een wok, een pan die van plaatstaal is gemaakt. Door de holle bodem en hoge randen gaart het voedsel al omscheppend snel boven een felle hittebron en behoudt het zijn frisse kleuren, smaken en vitamines. Er is bovendien heel weinig olie of vet nodig, waardoor wokgerechten in principe een laag vetgehalte hebben.

Smoren

Deze techniek wordt vooral toegepast op ingrediënten met een stevige structuur zoals vlees, gevogelte en wil maar ook kool en komkommer. Eerst wordt het ingrediënt in vet bij een temperatuur van 180°C gebraden. Daarna laat je het verder gaat worden in een beetje vloeistof én in een gesloten pan.

Stomen

Stomen lijkt op koken. Maar waar bij koken het voedingsmiddel in de kookvloeistof wordt gelegd, wordt bij stomen het voedingsmiddel boven de kookvloeistof gelegd. Je kan hiervoor bijvoorbeeld een ijzeren zeefje of vergietje gebruiken. Gebruik je een bouillon of wijn als kookvloeistof, dan zal het voedingsmiddel het aroma van de vloeistof overnemen.

Stoven

Stoven gebeurt in vet en een beetje vloeistof bij een temperatuur van 90 à 100°C. Deze kooktechniek is zeer geschikt voor ingrediënten met een zachte structuur die snel gaar worden zoals fruit, vis,…