Vispannetje met steenbolk en garnaaltjessaus
bereiding
-
1
Pel de garnalen. Zet de gepelde garnalen nog even in de koelkast. Bewaar de koppen en pelletjes voor de bouillon. Fruit de soepgroenten even aan in boter en voeg de pelletjes en koppen toe. Blus met de helft van de witte wijn en zet alles onder met water. Breng de bouillon aan de kook en laat hem 25 minuten garen onder deksel op een laag vuur. Zeef de bouillon.
-
2
Maak de puree. Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Giet ze af, pureer ze en breng ze op smaak met de boter, de melk, nootmuskaat, peper en zout. Roer tot een smeuïge puree. Doe de puree in een spuitzak.
-
3
Pel de sjalotten en snipper ze fijn. Schil de wortelen en snij ze in schijfjes. Spoel de courgette en snij ze in blokjes. Maak de champignons schoon en snij ze in plakjes. Spoel de tomaten, verwijder de zaadjes en snij het vruchtvlees in blokjes.
-
4
Fruit de sjalot, de courgette en de wortel in boter. Blus met de rest van de witte wijn en de garnalenbouillon en laat even inkoken. Voeg de champignons, de tomatenblokjes en de room toe en bind de saus met de sausbinder. Kruid met peper en zout.
-
5
Verwarm de oven voor op 180°C. Dep de visfilets droog met keukenpapier en rol ze op. Verdeel eerst wat van de saus over de ovenschaaltjes en leg er dan de visrolletjes in. Lepel er de rest van de saus rond. Spuit naast de vis roosjes van de puree. Strooi er de panko over en bak de vispannetjes 20 minuten in de oven.
-
6
Haal de vispannetjes uit de oven, strooi er de garnalen en de gehakte peterselie over en serveer.