bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 185°C. Ontrol het bladerdeeg en snij er 4 rondjes uit die een beetje groter zijn dan de taartvormpjes van 7 à 8 cm diameter. Vet de taartvormpjes in met boter en bekleed ze met de rondjes bladerdeeg. Leg er een stuk bakpapier op en vul de bodems met bakbonen. Bak de bodems 12 minuten blind in de oven.

2. 2

   Neem de bakbonen en het bakpapier weg. Bestrijk de taartbodempjes met de losgeklopte eidooier en bak ze nog eens 8 à 10 minuten in de oven, tot ze licht goudbruin en krokant zijn. Haal ze uit de oven, laat ze afkoelen en ontvorm ze.

3. 3

   Halveer het vanillestokje en schraap er de zaadjes uit. Klop de mascarpone op met de poedersuiker en de vanillezaadjes. Schep de crème in een spuitzak en bewaar ze in de koelkast.

4. 4

   Halveer de lange vingers. Meng de koffie met de amaretto. Dompel de koekjes onder in de koffiemengeling. Spuit een laagje mascarponecrème in de taartjes. Leg er telkens 2 halve geweekte koekjes op. Vul verder op met de mascarponecrème. Bestrooi de helft van het taartje met cacao-poeder. Bewaar de taartjes in de koelkast tot het serveren.