Braambessencurdtaart met koekjesbodem
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 180°C. Maak de bodem. Maal de koekjes fijn, smelt de boter en meng de boter onder de koekjes. Vet een ronde bakvorm van 22 cm diameter in met wat extra boter en bestuif hem met de bloem. Druk de koekjesmengeling op de bodem van de taartvorm. Bak de bodem 10 minuten in de oven. Haal hem uit de oven en laat hem afkoelen.
-
2
Maak de vulling. Pers de citroen. Mix de (ontdooide) braambessen fijn met het citroensap. Haal het mengsel door een zeef en bewaar het sap. Week de gelatine in koud water.
-
3
Klop de eieren en de extra eidooiers luchtig met de suiker. Voeg het braambessensap toe en zet het mengsel au bain-marie of op een heel zacht vuur. Voeg de koude boter in blokjes toe. Blijf roeren tot de crème licht ingedikt is. Voeg de uitgeknepen gelatineblaadjes toe en roer goed door.
-
4
Giet de bramencurd over de taartvorm en laat de taart minstens 12 uur afkoelen in de koelkast. Klop voor de afwerking de mascarpone luchtig met de poedersuiker. Voeg de zure room toe en meng voorzichtig door. Schep het mengsel in een spuitzak en bewaar die in de koelkast. Werk de taart af met toefjes van de mascarponemengeling, de extra bramen en een blaadje munt. Serveer meteen.