bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 185°C. Spoel de kikkererwten en laat ze goed uitlekken. Verhit olijfolie in een pan en bak de kikkererwten op een zacht vuur krokant. Kruid ze met een beetje peper en grof zeezout.

2. 2

   Pel de knoflook. Verdeel 1 broccoli in roosjes en blancheer ze samen met 1 teentje knoflook in lichtgezouten water. Giet ze af. Mix de geblancheerde broccoli en knoflook samen met het bosje basilicum, de pijnboompitten en de parmezaan fijn in de blender. Voeg in een straaltje olijfolie toe en mix verder tot je een smeuïge pesto hebt. Breng hem op smaak met peper, zout en een vleugje citroensap.

3. 3

   Rooster de extra pijnboompitten voor de afwerking in een pannetje zonder vetstof goudbruin en krokant. Verdeel de andere broccoli in roosjes, pers er het andere teentje knoflook bij en hussel ze samen met een scheutje balsamicoazijn onder elkaar. Stort de broccoli op een met bakpapier beklede bakplaat en kruid hem met peper en zout. Rooster hem 15 minuten in de oven.

4. 4

   Kook de pasta intussen gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet hem af, maar bewaar een lepel van het kookvocht. Meng de pesto samen met het kookvocht onder de trofie en verdeel de pasta over de borden. Werk hem af met de geroosterde kikkererwten, de broccoli-roosjes, de extra pijnboompitten en het extra basilicum.