bereiding

1. 1

   Meng de bloem met de gedroogde gist in een kom. Maak er een kuiltje in en voeg er 300 milliliter lauw water, de olijfolie en de suiker of honing aan toe. Doe er op het laatst het zout bij. Meng er geleidelijk alle bloem door tot je een homogene massa hebt. Kneed in 5 minuten stevig tot een deeg. Dek het deeg af met een vochtige doek en laat het 1 uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.

2. 2

   Leg het deeg op een met bloem bestoven werkvlak en deel het in tweeën. Vorm beide delen tot een bal en rol ze uit tot 1 cm dikte. Leg het uitgerolde deeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek het af met een theedoek en laat het nog 30 minuten rijzen.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 220°C. Duw met je vingers gaten in het deeg. Strooi de tijm erover. Sprenkel er flink wat olijfolie over en strooi er nog het grof zeezout over. Bak de focaccia 10 à 15 minuten in de oven.