bereiding

1. 1

   Laat de bacalhau enkele uren tot een nacht weken in water. Ververs het water een aantal keren. Dep de vis goed droog en trek hem in kleine stukjes.

2. 2

   Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water. Pel en pers de knoflook. Maak de lente-uitjes schoon en snij ze in fijne ringen. Maak de selder schoon en snij hem in blokjes. Fruit de lente-ui met de knoflook, de selder en de tomatenpuree in olijfolie. Voeg de bacalhau toe. Roer alles goed door elkaar. Kruid met peper.

3. 3

   Giet de aardappelen af en maak er puree van. Klop de hele eieren los. Meng het bacalhaumengsel, de peterselie en de eieren onder de puree. Zet 30 minuten koel weg.

4. 4

   Vorm kroketjes van het mengsel. Wentel ze door wat paneermeel, vervolgens door het eiwit en dan opnieuw door paneermeel. Verhit de friteuse voor op 180°C. Bak de kroketjes in de friteuse in enkele minuten goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Serveer ze met de partjes citroen. Lekker met aioli.