Chocoladecake met sinaasappel en chocoladeganache
bereiding
-
1
Beboter en bebloem de tulbandvorm. Verwarm de oven voor op 160°C, boven- en onderwarmte.
-
2
Maak de cake. Doe de boter en de suiker in een kom en klop met de mixer tot een romige witte massa. Voeg één voor één de eieren toe en klop ze volledig door het boter-suikermengsel voor je het volgende ei toevoegt. Zeef de bloem met het cacaopoeder, het bakpoeder en het zout en spatel het mengsel voorzichtig door het boter-suikereimengsel. Doe het beslag in de vorm en bak de cake in 60 à 75 minuten gaar. Test met een satéprikker of de cake gaar is.
-
3
Laat de cake 15 minuten afkoelen in de vorm en ontvorm ‘m dan op een rooster. Laat volledig afkoelen.
-
4
Maak de siroop. Spoel de sinaasappel en snij ‘m in dunne plakjes. Doe het water met de suiker in een koekenpan en breng aan de kook op laag vuur, tot de suiker volledig opgelost is. Zet het vuur een beetje hoger, tot de siroop pruttelt. Voeg de plakjes sinaasappel toe en laat ze 5 minuten koken, tot ze lichtjes doorschijnend zijn en de siroop wat is ingedikt. Laat 15 minuten afkoelen.
-
5
Haal de plakjes sinaasappel uit de siroop en bewaar ze voor de afwerking. Prik met een satéstokje hier en daar gaatjes in de cake en bestrijk de cake royaal met de nog warme siroop.
-
6
Maak de ganache. Breng de room aan de kook. Haal de pan van het vuur en smelt er de chocolade in. Roer goed om. Laat het mengsel lauw worden en roer er dan de boter door.
-
7
Zet de cake op een rooster boven een bakplaat en overgiet met de ganache. Laat de ganache er gewoon over lopen en probeer niet te smeren: het glazuurlaagje wordt het mooist als het gewoon kan opdrogen. Laat de ganache enkele uren opstijven. Werk de cake af met de plakjes sinaasappel.