bereiding

1. 1

   Bereid de radijsjes. Verwarm de azijn met 150 ml water, het zout en de honing op en laat 1 minuut koken. Voeg het mosterdzaad en de peperbolletjes toe. Spoel en halveer de radijzen, leg ze in een bokaal en overgiet met de warme azijnmengeling. Dek af en laat afkoelen. Laat zeker 2 uur marineren. In de koelkast kun je ze zeker 1 week bewaren.

2. 2

   Maak de saus. Pel en plet de knoflook. Rasp de schil van de citroen tot je 1 koffielepel geraspte schil hebt. Meng de yoghurt met de knoflook en citroenschil en kruid met het gerookt paprikapoeder, peper en zout. Zet in de koelkast.

3. 3

   Maak de balletjes. Kruid het lamsgehakt met de kaneel, het korianderpoeder, het komijnpoeder en flink wat peper en zout. Maak balletjes van het lamsgehakt en bak ze goudbruin in een scheut olijfolie.

4. 4

   Maak de lente-ui schoon en snipper fijn. Lepel een laagje yoghurtsaus op de borden en leg er de lamsgehaktballetjes en gepekelde radijzen op. Werk af met de lente-ui, een beetje olijfolie en peper.