Witloofrolletjes met knolselderbechamel

Recept

Slanke versie van de klassieker.

Tip

Is je bechamel te dik? Voeg dan melk toe. Is hij te lopend? Laat hem dan even staan; door het zetmeel in de knolselder zal hij vanzelf nog wat indikken.
De ene knolselder is wat dikker dan de andere. Voeg melk toe tot de knolselder net onder staat. Is je saus nadien nog te dik? Voeg dan wat extra melk toe. Is je saus te lopend? Laat ze dan even staan, door het zetmeel in de knolselder zal ze vanzelf nog wat extra indikken.

1

Maak de bechamel. Schil de knolselder, snij hem in gelijke stukken en kook deze gaar in de melk – de knolselder moet net onderstaan. Kruid met peper, zout en een snuifje nootmuskaat en mix alles tot een gladde saus.
2

Verwarm de oven voor op 180°C. Maak de witloofstronkjes schoon. Kruid ze met peper en zout en stoof ze aan in olijfolie. Voeg een scheutje water toe, leg er eventueel een bakpapiertje op en laat ze zo kort braiseren.
3

Laat de witloofstronkjes uitlekken en wikkel dan elk stronkje in een sneetje ontvette ham. Schik ze in een ovenschaal en giet er de knolselderbechamel over. Strooi er de gemalen kaas over en zet de schotel 20 minuten in de oven, waarvan de laatste 5 minuten onder de grill. Werk af met de gesnipperde peterselie.

Deel dit recept

Hoe vond je het recept?

Tags: