bereiding

1. 1

   Meng de bloem met de gist en 150 à 175 milliliter warm water. Begin met 150 milli¬liter en voeg extra toe indien nodig. Elke bloem is anders qua wateropname. Voeg ook wat zout toe. Roer door tot er zich een deeg vormt en ga verder met je handen. Kneed 5 minuten door tot het deeg zijdezacht voelt. Laat het deeg rusten onder een vochtige theedoek terwijl je verder gaat.

2. 2

   Pel de uien en snij ze fijn. Verhit de olijfolie en bak de uien op middelhoog vuur al roerend 10 minuten. Voeg de specerijen en het gehakt toe en zet het vuur wat hoger. Bak nog 5 minuten en voeg de pijnboompitten toe. Roer goed om, zet het vuur wat hoger en bak nog 5 minuten. Breng goed op smaak met peper en zout.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 150°C. Verdeel het deeg in 4 stukken en rol elk stuk op een bebloemd werkblad uit tot een cirkel. Verdeel 2 à 3 eetlepels labneh en ¼ van het gehakt over elke deegcirkel Vouw het deeg in een driehoek dicht en knijp de randen omhoog. Dat hoeft niet supernetjes! Bak de fatayer in 10 à 5 minuren gaar en goudbruin in de oven.

4. 4

   Maak de venkel schoon en snij ze met de mandoline in dunne plakjes. Bewaar ze eventueel even in ijswater. Spoel de radijsjes en de snackkomkommers en snij ze in vieren. Spoel de tomaat en snij ze in partjes. Schik alles mooi op een platte schaal, met de takjes munt, de peterselie en de lente-uitjes erbij. Eet de fatayer met de rauwkost.