bereiding

1. 1

   Haal het gebraad op tijd uit de koelkast. Doe dat minstens 1 uur van tevoren, zodat het op kamertemperatuur kan komen.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 180°C. Kruid het vlees met peper en zout en smeer het in met de mosterd.

3. 3

   Verhit de olie in een ovenvaste pan en laat ze goed heet worden. Blus met een klontje boter. Bak het vlees in de pan aan alle kanten goudbruin.

4. 4

   Zet het vlees in dezelfde pan, zonder deksel, in de oven. Anders stoom je het vlees in plaats van het te bakken. Overgiet elk kwartier met vet.

5. 5

   Check regelmatig de kerntemperatuur. Wanneer die 58°C heeft bereikt, is het vlees klaar. Hoelang dat duurt, is afhankelijk van de vorm van het stuk vlees. Reken ongeveer op 40 minuten.

6. 6

   Haal het gebraad uit de oven en wikkel het volledig in aluminiumfolie. Laat 10 minuten rusten.

7. 7

   Maak intussen van het braadvocht een sausje door het te binden met een klontje boter en de bloem. Te weinig vocht? Voeg wat water, bouillon of bruine fond toe.

8. 8

   Snij het gebraad in plakjes en serveer die met een beetje saus.