bereiding

1. 1

   Meng alle ingrediënten voor de rub en wrijf er de runderborst mee in. Laat 12 uur marineren in de koelkast. Haal het stuk vlees 1 uur voor bereiding uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.

2. 2

   Steek de barbecue aan voor indirect grillen. Zorg dat de barbecue een temperatuur van 125°C heeft. Om de luchtvochtigheid in de barbecue hoog te houden, plaats je een aluminium druipbakje, gevuld met warm water, in het midden tussen de kolen.

3. 3

   Schroei het borststuk dicht op het rooster direct boven de kolen. Leg het stuk daarna boven het druipbakje zodat het vlees indirect gegaard wordt en zet het deksel op de barbecue. Controleer het stuk vlees na 2 uur en daarna om het uur om te voorkomen dat de temperatuur te sterk daalt. Besproei (met een spuitflesje) het vlees telkens met rundsbouillon zodat de buitenkant goed vochtig blijft.

4. 4

   Meet met een vleesthermometer de kerntemperatuur. Als die 90°C is, is het vlees gaar en mals. Dit duurt ± 5 à 6 uur. Wikkel het vlees in 2 lagen aluminiumfolie en laat het rusten op de barbecue (zonder deksel).

5. 5

   Snij het vlees in plakjes tegen de draad in.