bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Maak de lente-uitjes schoon, snij zowel het wit als het groen in ringetjes.

   Boen de sinaasappel goed schoon met warm water.

   Rasp de schil.

   Pers het vruchtvlees uit.

2. 2

   Verwarm in een diepe pan 4 eetlepels olijfolie.

   Doe er de uitjes, de geraspte sinaasappelschil en een snuifje zout bij.

   Dek af en laat 5 minuten heel zacht stoven.

3. 3

   Verwarm de rest van de olie in een koekenpan, doe er de Provençaalse kruiden en de broodblokjes bij.

   Laat op een vrij hoog vuur bakken, tot de croutons mooi goudbruin zijn.

   Laat ze uitlekken op keukenpapier.

4. 4

   Vermeng de ricotta met de gemalen parmezaan, het sinaasappelsap en een snuifje muskaatnoot.

5. 5

   Kook de pasta beetgaar in gezouten water.

6. 6

   Roer twee eetlepels kookwater van de pasta door het ricottamengsel, tot u een dik vloeibare saus krijgt.

   Voeg de gestoofde uitjes toe.

7. 7

   Giet de pasta af.

   Vermeng ze meteen met de ricottasaus.

   Werk af met de croutons en serveer.