bereiding

1. 1

   Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water, giet af. Schil de appelen en snij in kwartjes. Stoof ze aan in een beetje boter.

2. 2

   Voeg een bodempje water en wat citroensap toe. Strooi er  een zakje vanillesuiker en nog 2 el suiker over. Laat onder deksel op een zacht vuur tot moes koken (10 à 12 minuten), roer regelmatig om.

3. 3

   Maak een smeuïge puree van de gekookte aardappelen, breng op smaak met boter, melk, peper en zout en nootmuskaat.

4. 4

   Verwarm de oven voor op 180°C.

5. 5

   Draai de worsten in de helft op, zo krijg je kleinere worstjes en snij het velletje door.

6. 6

   Bak de braadworsten in wat boter, ze moeten nog niet helemaal doorbakken zijn.

7. 7

   Doe de appelmoes in een ingevette ovenschaal. Verdeel er de puree over, strijk er ribbeltjes in met een vork, dit zorgt voor een krokant aardappelkorstje.

8. 8

   Duw de gebakken worstjes lukraak in de puree.

9. 9

   Zet gedurende 15 minuten in de voorverwarmde oven.