bereiding

1. 1

   Bak de reepjes kalkoen in boter op hoog vuur rondom goudbruin. Schep ze uit de pan en zet apart. Voeg opnieuw een beetje boter toe en fruit de ui met de geperste knoflook glazig. Doe er de champignons bij en bak tot ze lichtbruin zijn.

2. 2

   Smelt in een aparte pan 40 gram boter. Roer de bloem erdoor en laat 2 minuten al roerend zachtjes garen. Schenk er in delen de warme kippenbouillon bij en klop tot een gladde saus. Voeg de room, mosterd en nootmuskaat toe. Proef en kruid eventueel bij met peper en zout.

3. 3

   Roer de kalkoenblokjes en champignons door de saus. Laat nog 10 minuten zachtjes sudderen.

4. 4

   Verwarm de bladerdeegpasteitjes volgens de aanwijzingen op de verpakking. Vul ze royaal met de ragout. Werk af met fijngehakte peterselie.