bereiding

1. 1

   Maak de vanillepudding. Klop het ei los met de suiker. Los het puddingpoeder op in een kopje koude melk. Roer goed glad.

2. 2

   Breng de rest van de melk aan de kook met de vanillesuiker en het snuifje zout. Doe er, zodra de melk kookt, het opgeloste puddingpoeder bij. Blijf roeren tot de melk weer tegen de kook aan is en de pudding begint te binden. Haal de pudding van het vuur. Doe er het ei met de suiker bij en roer flink om, tot het ei volledig opgenomen is. Doe de pudding in een schaal en bedek hem met vershoudfolie. Laat hem afkoelen in de koelkast.

3. 3

   Maak het zanddeeg. Maak de boter zacht in de keukenrobot. Meng er de suiker en het ei onder. Meng er dan de bloem onder en kneed tot een soepel deeg. Maak een bol van het deeg, wikkel die in vershoudfolie en laat het deeg 30 minuten opstijven in de koelkast.

4. 4

   Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de taartvormpjes in met boter en bestuif ze met bloem. Rol het deeg uit, snij het in rondjes en verdeel die over de vormpjes. Druk het deeg goed aan. Leg op elk taartvormpje bakpapier met daarin bakbonen of -parels en bak de deegbodempjes zo’n 15 à 20 minuten in de oven. Haal ze uit de oven en verwijder de bakbonen en het bakpapier. Laat de bodempjes afkoelen.

5. 5

   Roer de vanillepudding even los en lepel hem op de taartbodempjes.

6. 6

   Maak de meringue. Klop de eiwitten samen met de poedersuiker en de kristal-suiker op tot een stevige meringue. Het eiwit moet in pieken blijven staan. Doe de meringue in een spuitzak en spuit torentjes meringue op de tartelettes. Spoel de aardbeien en snij ze in partjes.

7. 7

   Brand de meringuetoefjes kort af met een crème brûlée-brandertje of zet de taartjes heel even onder de grill (op 180°C) tot de meringue zacht kleurt. Leg enkele stukjes aardbei op elke tartelette en werk ze nog af met de fijngehakte pistaches en de verse munt.